Het gaat niet best met Jan Terlouw. De schrijver (90) jaar, is vrijwel elke dag dat hij leeft bezorgd over het klimaat. Hij brengt vandaag een nieuw boek uit om de mensen bewust te maken van wat ze aanrichten. ”Je hoopt dat alle beetjes helpen. Mensen moeten het weten.”
Klimaatstress
Als het meezit wordt Terlouw aanstaande dinsdag alweer 91 jaar. Een prachtige leeftijd. De schrijver en oud-politicus maakt zich echter al heel lang zorgen over het klimaat.
“Ik ben natuurlijk oud. Maar mijn zorgen gaan dus uit naar mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen. En de natuur.” Als natuurkundige weet Terlouw al “heel lang” dat een omslag nodig is, vertelt hij. “We moeten allemaal dingen doen, ook de religies, de kunsten. We moeten allemaal aan mensen laten doordringen dat het anders kan. En dat het anders móét.”
Mensen hardleers
Terlouw vindt dat mensen ‘hardleers’ zijn. In de jaren tachtig liet de wetenschap aan de Verenigde Naties weten hoe de wereld aan het wankelen gebracht werd en hoe dat gestopt kon worden. ”Maar we zijn gewoon doorgegaan, als vanouds, met de wereld in onbalans brengen.”
Al in de jaren tachtig bracht de wetenschap de Verenigde Naties op de hoogte dat we “de wereld aan het wankelen brengen”, stelt de Oorlogswinter-schrijver. “Ook werd toen al verteld hoe we het kunnen stoppen. Desalniettemin zijn we gewoon doorgegaan, als vanouds, met de wereld in onbalans brengen. We zijn zo hardleers als mensheid en zo traag met dingen veranderen die nodig zijn maar die ons genot aantasten.”
Roer omgooien
Die boodschap geldt ook voor ons, meent Terlouw, want ook “wij” kunnen het roer volgens hem nog omgooien. Dat is “van cruciaal belang”, stelt hij. “Het gaat om het voortbestaan van de mensheid.”
De natuurkundige vraagt zich af of veel politieke leiders echt begrijpen wat klimaatverandering teweeg gaat brengen. “Als ze zich echt realiseren wat het betekent voor hun kleinkinderen, dan zullen ze het anders willen. Doordat het zo traag gaat, kan ik concluderen dat het niet doordringt. Daar helpt zo’n boekje misschien ook weer een beetje bij.”
