Nog zes jaar voortploeteren en dan kan de 61-jarige Carin Jansen met pensioen. Ze werkt al meer dan twintig jaar in de thuiszorg.
Maar waarom kijkt ze dan zo uit naar haar pensioen? Om de doodeenvoudige reden dat haar inkomen op dat moment hoger zal zijn dan nu.
Systeem
Carin werkt dertig uur per week en heeft twee werkgevers. Toch moet de zestiger op een houtje bijten en dat is soms moeilijk.
”Ik heb een contract met nul uren. Mijn maandsalaris is gebaseerd op het aantal cliënten dat ik heb. Wanneer iemand afbelt, word ik niet betaald.”
Jaarlijks krijgen haar cliënten een herindicatie. ”Soms duurt die bureaucratische afhandeling weken. In die tijd heb ik geen inkomen. En zij krijgen geen zorg. Dat is het systeem hier.”
Onzeker
Het wisselende inkomen zorgt ervoor dat Jansen een onzeker bestaan leid. Ze krijgt geen aanvullende uitkering, ondanks het feit dat ze onder het minimum zit. ”Mijn inkomen schommelt.”
Kapotte spullen
Het is een situatie om verdrietig van te worden. Structureel moet Carin zien te overleven. ”Om zuinig te leven, heb ik soms een brooddag. Warm eten lukt niet altijd. Ik eet ook geen vlees, want dat is duur. Soms heb ik geld voor vleeswaren”, aldus Carin.
Nieuwe kleren kopen is ook een opgave. Ze heeft geen auto en is afhankelijk van haar fiets. ”Mijn bank is versleten. Daar heb ik kleden overheen gelegd, want ik heb geen geld voor een nieuwe.”
Dat geldt ook voor de kledingkast. ”Die valt bijna uit elkaar.” Jansen kan maar moeilijk begrijpen wat haar is overkomen. ”Ik werk me kapot, toch moet ik zuinig leven.”
Geen uitkering
Carin zou het zichzelf makkelijker kunnen maken door een uitkering te nemen. Maar dat wil ze niet. ”Dat heeft me vroeger zoveel narigheid bezorgd. Ik vergat een keer iets door te geven. Ik kreeg gelijk een boete en werd als een frauder behandeld.”
”Dat vond ik zo oneerlijk, want ik ben juist zo eerlijk mogelijk.” Jansen schaamt zich niet voor haar situatie. ”Ik wil het juist van de daken schreeuwen.”