In Zweden is enorme ophef ontstaan wegens een verkrachting van een 16-jarig meisje. De dader, een asielzoeker uit Eritrea, hoeft niet te vrezen voor uitzetting. Het hof oordeelde gister dat het 'niet lang genoeg' duurde om de man het land uit te sturen.
De 16-jarige Meya Åberg werd op 1 september vorig jaar aangevallen in Skellefteå. Het meisje was net klaar met werken bij McDonald's en miste de bus naar huis.
Om die reden besloot ze naar huis te gaan lopen. Toen ze in een tunnel liep, dook er ineens een man op die haar telefoon afpakte, haar beetpakte en verkrachtte. Uiteindelijk wist Meya te ontsnappen. Ze ging naar huis waarna ze samen met haar familie aangifte deed.
Dader
Meya besloot na de gebeurtenis enkele dagen thuis te blijven. Toen ze terugging naar school, zag ze haar belager tot haar grote schrik in de schoolkantine.
''Ik kreeg een paniekaanval, rende weg en sloot mezelf op in een toilet'', zo vertelt Meya in gesprek met
Norran. Later zag ze de man nog op straat. Omdat ze dit niet kon verwerken is ze uiteindelijk gestopt op school.
De dader, Yazied Mohamed uit Eritrea, werd aanvankelijk vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Maar in hoger beroep werd hij veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Ook moest hij een schadevergoeding betalen van 240.000 Zweedse kronen. Dat komt neer op zo'n 21.000 euro.
'Duurde niet lang genoeg'
De officier van justitie wees erop dat Mohamed een vluchteling is, en vroeg het hof om uitzetting na de celstraf. Dat verzoek werd echter afgewezen.
Volgens de redenering van het hof is uitzetting enkel gerechtvaardigd bij 'bijzonder ernstige misdrijven' die een 'bedreiging voor de openbare orde' vormen.
Het hof vindt de verkrachting niet ernstig genoeg om Mohamed te uit te laten zetten. In het oordeel staat letterlijk: ''Gelet op de aard en de duur van het feit, is het misdrijf weliswaar ernstig, maar niet zo ernstig dat het kan leiden tot een besluit van uitzetting.''
Nadat Mohamed zijn straf heeft uitgezeten, keert hij dus gewoon weer terug op straat waar hij misschien wel opnieuw zal toeslaan.
Het slachtoffer probeert haar leven nu weer op te bouwen. Ze krijgt therapie en veel steun van familie en vrienden. Ze heeft nog een boodschap voor haar belager: ''Ik wil zeggen dat ik hem haat en dat hij mij kapot heeft gemaakt.''
