Slecht nieuws voor klanten van ING en ABN AMRO. Vanaf 1 januari volgend jaar komen zij opnieuw met een prijsverhoging voor betaalrekeningen. De reden hiervoor heeft te maken met veel strengere EU-wetgeving, die banken op extra kosten jaagt. En dat wordt doorberekend aan klanten. Prijsverhogingen
Het is nu al bekend dat ING de prijzen van betaalrekeningen met 10 tot 30 cent per maand verhoogt. Bij de ABN AMRO ben je al helemaal de pineut. Zij gaan maar liefst 60 cent per maand omhoog. Dat zorgt voor veel onbegrip bij klanten.
Banken wijzen naar extra regelreving als reden voor de stijgingen. Volgens een woordvoerder van de ABN AMRO is de bank meer geld kwijt aan het monitoren van witwasactiviteiten van klanten.
Bij de ING zeggen ze zo ongeveer hetzelfde, maar dan in andere woorden. Zij verpakken het met deze woorden: 'Het gaat om voortdurende inspanningen om het betalingsverkeer veilig, betrouwbaar en toekomstbestendig te houden'.
Voor klanten betekent het dat zij per jaar tussen de 1 en 7 euro extra moeten gaan betalen aan kosten. Voor banken lopen de kosten in de honderden miljoenen, al wordt dat geld dus deels terugverdiend.
Nieuwe wetten
De recente prijsverhogingen komen niet uit het niets. Sinds het Europese anti-witwasbeleid (AMLA) in 2024 in werking trad, moeten banken, notarissen en andere financiële dienstverleners hun klanten veel grondiger doorlichten.
De nieuwe regels verplichten hen om verdachte transacties te rapporteren en geldstromen te blokkeren die kunnen duiden op witwassen of de financiering van terrorisme.
In Nederland is dit vastgelegd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze wet verplicht financiële instellingen om alle klanten én transacties te controleren, zelfs wanneer het gaat om kleine bedragen of particuliere rekeninghouders. Het naleven van deze regels vergt veel menskracht, technische systemen en uitgebreide rapportages.
In een eerdere Kamerbrief wees het kabinet erop dat banken, notarissen en andere instellingen een belangrijke rol vervullen als ‘poortwachters’ van het financiële stelsel.
Zij moeten voorkomen dat criminele opbrengsten in het reguliere geldcircuit terechtkomen. Tegelijkertijd erkent het kabinet dat deze taak zwaar drukt op de sector en hoge kosten met zich meebrengt.
De overheid zegt daarom te streven naar een uitvoering van de regels die minder belastend is. Volgens de brief blijft streng toezicht noodzakelijk voor een betrouwbaar financieel systeem, maar moet dit wel meer gericht worden op daadwerkelijke risico’s, in plaats van op puur administratieve verplichtingen.